Leven naar de geest of naar het vlees

Preek aan de vooravond van de Reformatie-herdenking
Lutherse kerk, 13-11-2016

Bijbellezingen: Jeremia 31: 31-34, Romeinen 8: 1-11

 

¶ Het zal u dit keer vast niet opgevallen zijn. In de tekst uit de Romeinenbrief gebruikt Paulus de uitdrukkingen ‘naar de geest’ en ‘naar het vlees’ verschillende keren. Maar dat was in onze schrift-lezing niet te horen. Dat komt door de vertaling. De oude vertaling, de NBG, bleef dichter bij de taal van Paulus. In de nieuwe vertaling, de NBV, is afwisselend vertaald, waardoor vaste uitdrukkingen niet meer herkenbaar zijn. ‘Naar het vlees’ is soms vertaald met ‘je eigen wil volgend’, soms met ‘volgens de menselijke natuur’. Ik geloof niet dat de tekst daarmee begrijpelijker geworden is. Wat bedoelt Paulus met ‘naar de geest of naar het vlees leven’?

2016-02-BokOm hierover na te denken moeten velen van ons eerst iets overwinnen, denk ik. Paulus is moeilijk. Hij is een gedreven christen, en gedreven mensen zijn vaak lastige mensen. Daarbij is hij theoloog, en theologen zijn voor niet theologisch geschoolden vaak moeilijk te volgen. Bovendien past Paulus op een aantal punten niet bij onze normen en waarden, bv over de rol van de vrouw.

Allemaal waar! Toch, als je blijft luisteren, word je beloond. Paulus zet aan het denken, hij geeft je iets om op te kauwen. En geplaatst in zijn eigen tijd is hij gematigd, zelfs vooruitstrevend. Zijn omge-ving was traditioneler over vrouwen, zoals de meeste landen buiten het Westen dat nog steeds zijn.

Wat betekent het dat de Geest van Christus ons wil leren ‘naar de geest’ te leven? Laat ik beginnen met éen associatie die bij moderne mensen, zeker ook bij protestanten gemakkelijk opkomt: ‘naar de geest’ betekent ‘vrij van wet en regels en autoriteit’. Naar de geest leven is leven uit de Geest die waait waarheen Hij wil!

Dat spreekt ons westerlingen en protestanten erg aan. In onze geschiedenis hebben we keer op keer voor vrijheid gestreden. En Paulus was inderdaad éen van de eersten die ons dit spoor gewezen heeft. Hij had als jongeman een gedreven wetsnaleving. De wet, Gods wil moest ook anderen opgelegd, vond hij. Hij ging daarin zo ver, dat hij anderen zelfs vervolgde en doodde. Maar Jezus heeft hem daarvan bevrijd. Paulus’ ervaring op de weg naar Damascus, dat zou je toch elke radicale religieuze strijder die de sjaria of de thora wil opleggen, ook met behulp van wapens, toewensen!

¶ Toch lopen we met deze uitleg vast, want ‘naar het vlees’ zou dan het tegenovergestelde moeten betekenen, namelijk ‘levend onder de wet, door regels nauwgezet te volgen’. Dat kàn het bij Paulus zeker betekenen, maar ‘naar het vlees’ kan bij hem gek genoeg ook het omgekeerde betekenen. We hoorden het in de schriftlezing; wie leven er ‘naar het vlees’? Zij die niet volgens de wet leven.

De schriftlezing laat dit zien door te zeggen, dat éen van de dingen die de Geest steeds weer doet – éen van de meest ondankbare taken die Hij heeft als Hij in ons woont – is: ons overtuigen van zonde als we zondigen. De Geest ondersteunt de stem van ons geweten als we Gods wil in de wind slaan.

De Geest doet nog iets, zegt de tekst. Als we wel volgens de thora leven, als we ons best doen, doen we dat vaak omdat het moet. We doen het uit plicht of uit vrees. Maar dan doen we het niet met liefde. Met het beeld uit de andere schriftlezing, van Jeremia: dan doen we het met een stenen hart. Ook dat is niet goed. Jeremia zegt dat God het ons zal geven om de wet van harte te doen. Hij zal zijn wet in ons binnenste schrijven. Juist dat wordt door de profeten met de gave van de Geest verbon-den. Hierin is de gloed van het hele Oude Testament herkenbaar: God wil dat we van harte recht-doen. Paulus drukt zich uit in Griekse termen: vlees en geest. Wij horen dat al gauw als: lichaam en ziel, naar de geest leven, is niet op het materiële gericht zijn. Maar Paulus denkt als een israeliet. ‘Naar de geest leven’ zit dicht bij ‘de vreugde van de wet’. Je kunt op het geestelijke gericht zijn en toch niet naar de geest leven.

¶ Maar gaan we nu niet te snel? hoor ik iemand roepen. Zegt Paulus inderdaad niet, dat de Geest ons van de wet bevrijdt? Hij werd toch van zijn gewelddadige farizeïsme verlost? Dan is de wet, het veeleisende gebod om goed te doen, toch afgeschaft? Trouwens, hebben wij dat in onze eigen traditie niet ook van Luther geleerd? Het zal volgend jaar, bij de vijfhonderdjarige herdenking van de start van de Reformatie, zeker naar voor komen. Is de vrijheid van een christen niet het kostbare goed dat we als erfenis van de Reformatie met recht in ere houden?

Laten we nauwkeuriger luisteren naar wat Paulus zegt. De Geest bevrijdt van de wet, zeker: van de wet als beschuldiging, van de wet die ons steeds weer zegt: ‘je doet niet wat je zou moeten doen’. En de Geest bevrijdt van de wet als plicht, de wet die ons steeds weer zegt: ‘je doet wel wat je moet doen, maar je doet het niet van harte’. De wet veroordeelt niet meer!

Ondertussen zegt Paulus ook, kort vóor onze schriftlezing, dat de wet zelf heilig en goed is (7:12). Het zou vreemd zijn als de Geest ons bevrijdt van de wet door ons zonder wet te laten leven. In de lijn van Jeremia is veel eerder te verwachten, dat de Geest ons van de wet bevrijdt door ons de wet met liefde te leren doen. Laten we eerlijk zijn, ook dan ben je van vrees en plicht af. De Heilige Geest geeft ons zin en plezier in het goede.

Laat ik éen vers uit de tekst van de Romeinenbrief apart bespreken om het meer in Paulus’ eigen woorden te laten klinken (8:4). Wat de thora niet in staat was te doen – namelijk ons het vermogen geven haar met vreugde na te leven; de thora kan ons wel zeggen wat we moeten doen, maar kan ons niet het plezier daarin geven – wat de wet niet in staat was te doen, heeft God bewerkt door zijn Zoon en zijn Heilige Geest te zenden, ‘opdat de eis van de thora vervuld zou worden door ons’.

Dus Christus, die voor ons stierf, is door God niet gezonden om ons te ontslaan van de eis van de thora, maar om ons die eis te laten vervullen. En datzelfde wordt ook van de Heilige Geest gezegd. Veel reformatorische christenen lezen hier over heen. Dit staat niet bij Jacobus, het staat bij Paulus. Zeker, wij mensen hebben Christus en de Geest nodig om de wil van God te vervullen. Maar niet zo, dat Christus en de Geest de vervulling van ons overnemen. Wat zij in onze plaats doen aan wets-vervulling is om ons in staat te stellen de wet te vervullen. Daar blijft het om gaan in de zending van de Zoon en de Geest. Om de inoefening in het Koninkrijk.

Doen we Gods wil, vervullen we de wet, dan leven we ‘naar de geest’. Van het tegenovergestelde, ‘naar het vlees leven’, is nu te begrijpen waarom dat twee, zeer verschillende betekenissen kan hebben: de wet niet doen, en: de wet niet van harte doen. Zij die onder de wet leven en zij die zonder wet leven hebben iets gemeen: zij leven niet naar Gods Geest. Niet alleen ‘heidenen’, ook sommige ‘vromen’ (zoals de jonge Paulus zelf) leven naar het vlees.

¶ Nu moet ik nog éen ding uitleggen, vind ik, want anders blijft het te abstract. Wat is dan die wet, die thora, wat wil zij van ons? De wet omvat heel veel, allerlei richtlijnen voor allerlei terreinen van ons leven; maar laat ik me beperken tot de kern die we allemaal kennen en waarin de hele wet is samengevat: Hou van God boven alles en van je naaste als jezelf. Wanneer vervullen we dit gebod?

In dit tweeledige gebod wordt niet gesteld: hou van God en niet van de wereld. Zo werd het in de traditie wel gezegd. Hecht je niet aan het goede der aarde, geniet niet van rijkdom, sexualiteit, lekker eten en drinken. Richt je alleen op God, het heil van je ziel en het eeuwige leven. Maar wie zo leeft, leeft in Paulus’ taal in feite ‘naar het vlees’.

Het omgekeerde wordt ook niet gesteld. Uit de 60-er jaren herinner ik me iemand die zei: God vraagt van ons niet om van hém te houden, maar van zijn schepping. Dat wordt in het laatste oordeel van je gevraagd. Het gaat erom of je goed bent voor je naasten, voor het milieu. Veel geseculariseerde christenen hebben dit tot evangelie verheven. In feite leven ook zij ‘naar het vlees’. Vergeleken de traditie waartegen ze zich afzetten, overtreden ze de thora in de tegenovergestelde richting.

In de twee grote geboden wordt evenmin gezegd: hou van de naaste en niet van jezelf. Zo klonk het vroeger nogal eens, ik denk in de jeugd van velen van u: cijfer jezelf weg, wees er voor de ander. Dat is het waarmerk van goed christelijk leven. Maar ook zo leven we in feite ‘naar het vlees’. Het tweede gebod zegt: hou naastenliefde en zelfliefde in balans.

Opnieuw moeten we erbij zeggen: het omgekeerde wordt óok niet gesteld. De twee geboden van de liefde zeggen niet wat in de 70-er jaren, in reactie op een oudere traditie, wel gesteld werd: hou vóor alles van jezelf, anders kun je niet van je naaste houden. Zo schieten we in tegenovergestelde richting door en leven we opnieuw ‘naar het vlees’.

Nee, de eis van de wet is: hou van de naaste èn van jezelf èn van God. Sluit niet éen van deze drie uit je liefde, òf er zal iets wezenlijks ontbreken aan je liefde en dan kun je de wet niet vervullen. Hou van deze drie, en hou van hen in een bepaalde orde: van de naaste als jezelf en van God het meest.

En natuurlijk, als we de wet zo wel vervullen, maar dat niet van harte doen, ook dan vervullen we de wet niet. We zijn dan uitgebalanceerde en vrome gelovigen, die niettemin naar het vlees leven.

Op deze wijze heb ik het alleen negatief verwoord. Positief is het eigenlijk heel eenvoudig te zeggen. ‘Naar de Geest leven’ betekent bij Paulus: leven volgens de vingerwijzingen van de Heilige Geest. En de Heilige Geest is, de naam zegt het al, de Geest die heilig is en heilig wil maken, de Geest van God, de Heilige, God die alleen maar goed doet, en dat met alle plezier.

¶ Wat betekent het dus als we dankzij de Heilige Geest naar de geest gaan leven? Dan worden we niet bevrijd van de wet, maar van een veroordelende wet, van een plichtmatige of angstvallige naleving van de wet. De Heilige Geest bevrijdt ons daarvan door ons de wet te leren vervullen, met liefde. In die vervulling worden de liefde voor jezelf, voor je naaste en voor God niet langer tegen elkaar uitgespeeld, maar van harte gerespecteerd.