“Houd eens op met die nadruk op gezonde voeding, stimuleer mensen eerst maar eens om gezellig en lekker te gaan eten”

Gastvrouw Lisa Schoonewille zet spreker Korthals een welbereide schotel voor, maar de laatste is kennelijk verdiept in een geanimeerde discussie met zijn tafelgenoten.

Dat was het onverbloemde advies van Michiel Korthals, emeritus hoogleraar ethiek aan de Landbouw Universiteit, aan het Voedingscentrum tijdens zijn voordracht voor CCIV op 20 november 2019.  CCIV was deze avond te gast bij “Taste Before You Waste” in het Jan Ligthartcentrum aan de Brinklaan te Bussum. Soupurbe en Taste Before You Waste zijn initiatieven van de Stichting de Olmen in Bussum. Voorafgaand aan de lezing werd dit advies van Korthals reeds in praktijk gebracht.  Lisa Schonewille, voorzitter van Stichting de Olmen, had een smakelijke maaltijd bereid met voedsel dat een van de plaatselijke supermarkten (Eco Plaza) en een bakker beschikbaar stelden, omdat ze het anders op 21 november, de dag “over de datum”,  zouden moeten weggooien. De foto’s van dit gebeuren zeggen het allemaal: smakelijk, gezellig en dus voedzaam en gezond. En hiermee is de vorige zin tevens de meest beknopte samenvatting van de missie van Korthals.

Na een korte introductie door gastvrouw Lisa Schonewille, presenteerde Korthals zich als een gedreven docent in het mij tot nog toe niet bekende, maar bij nader inzien zeer zinvolle vak: “gezellig en lekker eten maken en doen”. Hij had een groter auditorium verdiend, dan de 17 geboeide aanwezigen.

De belangrijkste oorzaken van de huidige wereldwijde voedselproblematiek hangt Korthals op aan het kapstok-begrip “vervreemding” (in navolging van Karl Marx voor wat betreft de toenmalige positie van de arbeider in de industrie).  Die vervreemding heeft betrekking op de producent (boer, tuinder, visserman), consument en de schakels die de twee partijen met elkaar verbinden (verwerkers, handel, retail). De gemiddelde consument weet niet wat hij eet, waar het voedsel dat voor hem ligt vandaan komt en hoe hij het optimaal kan bereiden. De boer en verwerker weten niet voor wie ze hun producten maken en zitten in een sociaal en economisch keurslijf waar ze wellicht wel uit willen treden, maar niet zomaar uit kunnen. De gevolgen zijn, licht Korthals toe,  verspilling in  de voedselketen (> 60%), erosie en verarming van eens vruchtbaar land, verarming van landschappen en de natuur, aanslagen op dierenwelzijn en risico’s op ziekten en plagen in gewassen ten gevolge van monocultures. Vervreemding in dat buitenmilieu wordt ook gereflecteerd in het binnenmilieu van de consument met als consequentie de bloemlezing van zorgen die hij samenvatte in de dia die hiernaast wordt gereproduceerd. En het is binnen deze context dat Korthals zijn kanttekening plaatste bij het beleid van het Voedingscentrum dat concentreert op de schijf van vijf, maar er beter aan zou doen mensen te stimuleren weer tijd te gaan nemen om voedsel te bereiden en samen te eten. Dan komt die schijf er echt wel in!

De boer heeft geen productievaardigheden (of komt daar niet aan toe) om te produceren met meer aandacht voor de plaats van zijn arbeid in de natuurlijke kringlopen. De consument mist, wat hij “voedselvaardigheden” noemt.  Hij kwam met talloze voorbeelden uit de internationale praktijk en speelde daarbij enthousiast in op kanttekeningen van zijn gehoor.

Dit Verslag wordt binnenkort afgerond ….

JWH