Schumann’s cyclus Dichterliebe
11 februari 2020 @ 14:00 - 16:00
| €7Na Schuberts cycli Die schöne Müllerin, Winterreise en Schwanengesang behandeld te hebben, keert Wim Dooge nog een keer terug naar de Tindalvilla om Schumann’s Dichterliebe te bespreken
en met u te beluisteren.
De Duitse componist en muziekrecensent Robert Schumann (1810-1856) was een literair musicus, maar had evengoed een muzikaal dichter kunnen zijn. Rond 1840 componeerde hij maar liefst honderdvijftig liederen waarvan de meeste werden opgedragen aan Clara Wieck (1819-1896) met wie hij, ondanks tegenwerking van haar vader in 1840 uiteindelijk met toestemming van het hof en het bereiken van haar 21 jarige leeftijd kon trouwen. Er is sprake van veel tragiek in het leven van deze componist. Vanaf 1854 begon hij waanvoorstellingen te krijgen. Tijdens zo’n aanval sprong Schumann in de Rijn om zich zelf van het leven te beroven, maar hij werd gered door toegesnelde vissers. Twee jaar later overleed Schumann alsnog in een gesticht.
De meeste liederen die Schumann aan zijn vrouw Clara opdroeg, waren getoonzet op gedichten van Heinrich Heine (1797-1856). Er verschenen in 1840 maar liefst drie liederencycli waarvan Dichterliebe “voor een zangstem met begeleiding pianoforte” verreweg de bekendste is geworden. De zestien liederen uit Dichterliebe zijn pure romantiek. Met een snik en een traan wordt de liefde en de natuur bezongen. De gedichten zijn afkomstig uit Heine’s ‘Buch der Lieder’ en vertellen over een ongelukkige liefdesgeschiedenis.
Wim Dooge (1952) studeerde bedrijfseconomie en filosofie in Rotterdam, Heidelberg en Amsterdam. Hij was werkzaam in de uitgeverij, consultancy, belangenbehartiging en als docent HBO. Kerkelijk is hij actief bij zowel de Remonstranten als de OSG.